Arbeidsbemiddeling en re-integratie voor WW‑gerechtigden
We ondersteunen alle WW-uitkeringsgerechtigden die dat naar onze mening nodig hebben met persoonlijke, passende dienstverlening. Uit het eindrapport over de effectmeting van onze WW‑dienstverlening blijkt dat WW‑cliënten zich meer gezien, gehoord en geholpen voelen bij de inzet van persoonlijke dienstverlening. Het onderzoek bevestigt dat er een grote behoefte is aan persoonlijke dienstverlening op maat.
Persoonlijke gesprekken
We voeren zo snel mogelijk een werkoriëntatiegesprek met mensen die hulp nodig hebben bij het vinden van werk. Daarvoor maken we gebruik van de werkverkenner, een op wetenschappelijke basis ontwikkelde online vragenlijst die inzicht geeft in de kans op werkhervatting binnen een jaar en de factoren die daarop van invloed zijn. WW‑gerechtigden die de Werkverkenner niet invullen, kennen wij een score toe waarmee we hun werkhervattingskans inschatten. We hebben in 2022 16% minder werkoriëntatiegesprekken gevoerd dan in 2021. Dit komt doordat de instroom in de WW dit jaar veel lager was. De tijdigheid van de werkoriëntatiegesprekken is stabiel boven de streefwaarde van 80%; in 2022 werd 87% tijdig gevoerd. Vanwege de lagere instroom in de WW konden we ook meer werkoriëntatiegesprekken voeren met mensen met een relatief grote kans op werkhervatting. Daardoor voerden we aanzienlijk minder monitorgesprekken dan in 2021. Monitorgesprekken voeren we met mensen die na een half jaar nog steeds werkloos zijn en nog geen werkoriëntatiegesprek hebben gehad.
Tabel Met WW-gerechtigden gevoerde gesprekken
2022 | 2021 | |
Werkoriëntatiegesprekken | 137.958 | 165.191 |
Face to face | 55.597 | 7.118 |
Telefonisch | 82.361 | 158.073 |
Monitorgesprekken | 2.355 | 15.747 |
Face to face | 521 | 299 |
Telefonisch | 1.834 | 15.448 |
Coachingsgesprekken | 309.904 | 370.527 |
Face to face | 24.376 | 10.599 |
Telefonisch | 285.528 | 359.928 |
Passend werkaanbod
Met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hebben we afgesproken dat we jaarlijks een passend werkaanbod (PaWa) doen aan ten minste 5.000 langdurig WW‑gerechtigden. Op deze manier willen we zo veel mogelijk WW‑gerechtigden die het niet is gelukt of naar verwachting niet zal lukken om binnen één jaar werk te vinden, bemiddelen naar werk. De adviseur werk maakt een inschatting of PaWa‑dienstverlening een extra kans kan bieden om de uitkeringsgerechtigde aan het werk te helpen. We regelen het sollicitatiegesprek bij de werkgever en vragen achteraf aan de werkzoekende en de werkgever hoe het gesprek is verlopen. Na zes maanden werkloosheid is alle arbeid passend, ongeacht het opleidings- of werkniveau van de werkzoekende. De werkzoekende mag een aanbod van passende arbeid niet weigeren. We hebben in 2022 meer passende werkaanboden gedaan dan in 2021. Het aantal waarbij de WW-gerechtigde daarna door de werkgever werd aangenomen, nam af met 15%.
Tabel Passend werkaanbod
2022 | 2021 | |
Afgerond passend werkaanbod met intensieve dienstverlening | 5.230 | 5.006 |
Cliënt aangenomen op bij werkgever uitgezochte vacatures | 2.703 | 3.193 |
Cliënt aangenomen na een proefplaatsing | 235 | 105 |
Cliënt niet aangenomen op bij werkgever uitgezochte vacatures | 1.798 | 1.230 |
Cliënt heeft afgezien van uitkering | 12 | 5 |
Cliënt heeft zelf andere baan gevonden | 482 | 473 |
Voor het niet aannemen van de kandidaat zijn de volgende redenen opgegeven:
-
156 keer vanwege een betere kandidaat;
-
34 keer op grond van het ontbreken van passende werkervaring en/of opleiding;
-
1.394 keer op grond van overige – niet‑verwijtbare – redenen;
-
23 keer omdat de kandidaat niet in het team zou passen;
-
191 keer op grond van (mogelijk) verwijtbaar gedrag.
Als een passend werkaanbod wegens verwijtbaar gedrag niet leidt tot werkhervatting, dan wordt de uitkering geheel of gedeeltelijk beëindigd.
Effectiviteit WW-dienstverlening
Sinds 2017 zetten we weer meer in op persoonlijke dienstverlening voor WW‑gerechtigden. Hiervoor ontwikkelden we een nieuw dienstverleningsconcept WW. Dit heeft tot doel om de kansen van WW‑gerechtigden op de arbeidsmarkt te verbeteren en de uitstroom naar werk te bevorderen. UWV en het ministerie van SZW willen weten of dit doel wordt bereikt. Op verzoek van de minister hebben we de (netto‑)effecten van het nieuwe dienstverleningsconcept in kaart gebracht. Dit onderzoek is in 2022 afgerond. De belangrijkste uitkomsten zijn dat WW‑cliënten zich meer gezien, gehoord en geholpen voelen bij de inzet van persoonlijke dienstverlening door UWV. Het onderzoek bevestigt dat er een grote behoefte is aan persoonlijke, dienstverlening op maat. Dankzij deze dienstverlening is de werkzoekende bijvoorbeeld beter op de hoogte van sollicitatiemethoden, is er sprake van meer zelfreflectie en heeft de werkzoekende meer geloof in terugkeer op de arbeidsmarkt. De waardering voor de UWV‑dienstverlening neemt dan ook toe. De persoonlijke dienstverlening voor WW‑cliënten die tussen 1 december 2017 en 31 december 2018 de WW zijn ingestroomd, heeft een statistisch significant positief effect op het vinden van werk. Vergeleken met de groep die alleen onlinebasisdienstverlening ontving, vond na 12 maanden 1,8 procentpunt meer van de WW‑gerechtigden werk (dat zijn circa 2.000 extra werkhervattingen). Na 24 maanden was dat nog 1,7 procentpunt. Tegelijkertijd daalt het beroep op de WW door persoonlijke dienstverlening. De inzet van persoonlijke dienstverlening is daardoor ook kosteneffectief: na 24 maanden bedragen de maatschappelijke baten (de som van de besparing op WW‑uitkeringslasten en de hogere belastinginkomsten uit werk) circa € 201 miljoen, terwijl de kosten van persoonlijke dienstverlening € 97 miljoen bedragen. Wel is gebleken dat het effect op het vinden van werk bij mensen met een betere arbeidsmarktpositie (met een Werkverkennerscore hoger dan 50%) het grootst is. Mensen met meer afstand tot de arbeidsmarkt zijn gebaat bij andere, intensievere dienstverleningsvormen dan de kansrijkere WW‑gerechtigden. Bij het begin van het onderzoek was daar nog niet (meteen) de mogelijkheid toe; jobhunting werd nog nauwelijks ingezet en er waren minder mogelijkheden voor het inzetten van scholing dan nu. Ook de dienstverlening door de regionale mobiliteitsteams was indertijd nog niet beschikbaar.
De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat we de juiste weg zijn ingeslagen en helpen ons bij de doorontwikkeling van onze WW‑dienstverlening. We zullen daarom, met de middelen en ruimte die we hebben, meer inzetten op persoonlijke dienstverlening op maat en intensievere vormen van dienstverlening voor WW‑gerechtigden die niet als vanzelfsprekend een baan vinden. Door de lager dan verwachte WW‑instroom konden onze adviseurs werk in 2022 meer dienstverlening per werkzoekende verlenen.
UWV zet scholingsbudget WW-gerechtigden effectief in
We hebben in 2022 het gebruik van het scholingsbudget WW geëvalueerd. Uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat scholing de effectiefste manier is om de baankans te vergroten van mensen die moeite hebben om een duurzame plek op de arbeidsmarkt te vinden. Scholing is het effectiefst als deze wordt ingezet voor werklozen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. Uit het onderzoeksrapport van de evaluatie blijkt dat de inzet van het scholingsbudget WW voldoet aan de vereisten om effectief te kunnen zijn: het wordt relatief vaak gebruikt voor WW‑gerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en voor sectoren waarin veel werk te vinden is zoals transport, ICT en techniek. Meer dan 80% van alle WW-gerechtigden aan wie in de periode van juli 2018 tot juni 2021 een scholingsbudget is toegekend, heeft de opleiding succesvol afgerond. In 70% van de gevallen vonden ze hierna (weer) werk dat aansluit bij de gevolgde opleiding. Bij 14% van de WW‑gerechtigden die na de opleiding aan het werk ging, is niet duidelijk of dit werk een directe relatie heeft met de gevolgde opleiding.
De opleiding vergroot volgens WW-gerechtigden zelf niet alleen hun kansen op de arbeidsmarkt, maar ook hun zelfvertrouwen en levensgeluk. Bovendien geeft een groot deel van hen aan dat zij zonder het opleidingsbudget de opleiding niet gevolgd zouden hebben (of op zoek zouden zijn gegaan naar een werkgever die de scholing zou kunnen financieren). Het onderzoek leverde ook een aantal mogelijke verbeterpunten op. Zo kan het scholingsbudget nog effectiever en efficiënter worden benut wanneer er in plaats van de huidige lappendeken van regelingen één geüniformeerde scholingsregeling komt voor het gehele sociale domein (dus niet alleen voor de WW‑cliënten). We hebben zelf ook een aantal verbeteringen doorgevoerd. Zo hebben we met een vereenvoudigd Inkoopkader Scholingsdiensten per 1 juli 2022 de administratieve processen voor opleiders vereenvoudigd en de expertise op het gebied van scholing vergroot door de inzet van scholingsadviseurs (zie deel 1 van dit jaarverslag, paragraaf Intensivering werkzoekendendienstverlening onder het kopje Scholing).
Voor 2022 kregen we in de loop van het jaar met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022 een budget van € 14 miljoen (inclusief € 0,9 miljoen voor uitvoeringskosten). Omdat we in de tussentijd wel scholingsbudget wilden inzetten voor WW-gerechtigden, hebben we vooruitlopend op de toekenning van het budget € 0,9 miljoen uitgegeven. Dat bedrag hebben we ten onrechte ten laste gebracht van de premieontvangsten.
Minder WW-gerechtigden uitgestroomd naar werk
In 2022 stroomden 137.400 WW-gerechtigden uit naar werk, tegenover 198.200 in 2021. Hierbij speelt het lagere aantal nieuwe WW-uitkeringen (229.000 in 2022 tegenover 292.500 een jaar eerder) een rol. Daarnaast waren er eind 2022 38.500 mensen aan het werk met een aanvulling vanuit de WW (eind 2021: 54.500).