Misbruik en oneigenlijk gebruik NOW
UWV heeft in 2020 voor de uitvoering van de NOW in zeer korte tijd een robuuste regeling en werkproces neergezet. De primaire doelstelling van de NOW‑regeling was om door de coronacrisis getroffen bedrijven zo snel mogelijk hulp te bieden. Dit heeft goed gewerkt; binnen enkele weken werden de eerste subsidievoorschotten aan werkgevers overgemaakt.
Bij het ontwerp van de regeling hebben we na risicosessies met betrokken partijen zoals het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de accountantsorganisaties, samen met het ministerie een aantal beheersmaatregelen genomen bij de subsidieaanvraag en bij de definitieve subsidievaststelling. De NOW is een subsidieregeling waarop het Uniform Subsidiekader (USK) van de Rijksoverheid van toepassing is.
Opzet van beheersmaatregelen bij de subsidieaanvraag
Voorafgaand aan de opening van het eerste ‘voorschotloket’ hebben we twee belangrijke beheersmaatregelen genomen. Ten eerste maken we voor de NOW gebruik van de bij ons bekende loonsommen in de polisadministratie (als authentieke bron) op basis van een ‘fotomoment’ voorafgaand aan het openen van het voorschotloket. Het manipuleren van de loonsom achteraf (een belangrijk risico van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)) is daarmee niet meer mogelijk. Ten tweede maken we initieel alleen geld over naar IBAN‑rekeningnummers die bekend zijn bij de Belastingdienst. Bij het opgeven van andere rekeningnummers stellen we eerst de juistheid ervan vast.
Opzet van beheersmaatregelen bij de definitieve subsidievaststelling
Een belangrijk M&O-aspect, het omzetverlies bij de individuele werkgever, kan pas worden gecontroleerd bij de vaststellingsaanvraag. UWV is niet in staat om zelfstandig het door de werkgever opgegeven omzetverlies bij de vaststellingsaanvraag te controleren. Daarom zijn hierbij ook andere partijen betrokken: accountants en deskundige derden, en het ministerie van SZW. Afhankelijk van de hoogte van het voorschotbedrag of het definitieve subsidiebedrag vinden de volgende controles plaats op het daadwerkelijk geleden omzetverlies en de gerealiseerde loonsommen:
Tabel Controles bij de definitieve NOW-vaststelling
Subsidie < € 25.000* | Subsidie ≥ € 25.000* | Subsidie ≥ € 125.000 | |
Controle door deskundige derde of accountant | Geen controle vereist | Controle op omzetverlies en enkele aspecten m.b.t. de loonsom door deskundige derde | Controle op omzetverlies en enkele aspecten m.b.t. de loonsom door accountant |
Eerste controle door UWV | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag | Controle op volledigheid vaststellingsaanvraag en overeenstemming met gegevens voorschotaanvraag |
Controle op omzetdaling door het ministerie van SZW | Controle m.b.v. data-analyse en risicogerichte steekproef | Controle m.b.v. data-analyse en risicogerichte steekproef plus visuele controle deskundige- derdenverklaring | Visuele controle accountantsverklaring |
Controle op loonsom door UWV | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie | UWV hanteert de loonsomgegevens uit de polisadministratie |
Berekening definitief subsidiebedrag door UWV | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag | UWV berekent, rekening houdend met controlebevindingen van het ministerie van SZW, het definitieve subsidiebedrag |
- *Vanaf de NOW 3.1 is de grens verhoogd van € 25.000 naar € 40.000.
Voor subsidies kleiner dan € 25.000 (vanaf NOW 3.1 is de grens verhoogd naar € 40.000) is geen verklaring bij de vaststellingsaanvraag vereist. Bij subsidies vanaf € 25.000 (sinds NOW 3.1 vanaf € 40.000) is een deskundigederdenverklaring of een accountantsverklaring vereist. Bij deze vaststellingsaanvragen voert het ministerie van SZW een integrale visuele controle uit op de ingediende stukken. Het checkt bijvoorbeeld of het omzetdalingspercentage in de vaststellingsaanvraag overeenkomt met het percentage dat in de verklaring staat. Bij bevindingen neemt het ministerie contact op met de werkgever. Bijzondere aandacht daarbij krijgen bijvoorbeeld werkgevers met een vaststellingsaanvraag waarbij het opgegeven omzetverlies dicht boven de subsidiegrens van 20% ligt. UWV voert controle uit op de loonsom op basis van de informatie uit de polisadministratie.
Bij alle subsidies tot € 125.000 onderzoekt het ministerie van SZW de vaststellingsaanvragen risicogericht op basis van data‑analyse. Hierbij onderzoekt het onder andere het door de werkgever opgegeven omzetverliespercentage voordat we tot definitieve vaststelling van de subsidie overgaan. Het risicomodel wordt voortdurend bijgesteld op basis van de opgedane ervaringen en naar aanleiding van de verschillen tussen de individuele NOW‑regelingen.
UWV voert jaarlijks onderzoek uit naar de rechtmatigheid van zowel de verstrekte subsidievoorschotten als de definitieve subsidievaststellingen.
De Algemene Rekenkamer heeft in 2020 de opzet van het M&O‑beleid ten aanzien van de NOW als toereikend beoordeeld. Het ministerie van SZW heeft de nog resterende risico’s geaccepteerd en de minister van SZW heeft de risico’s ook meerdere malen gedeeld met de Tweede Kamer.
Werking van het stelsel van M&O-maatregelen
UWV trekt samen met ketenpartners – de Nederlandse Arbeidsinspectie, de afdeling Uitvoering Van Beleid van het ministerie van SZW, de Belastingdienst en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) – op in het onderzoek naar misbruik en oneigenlijk gebruik van de NOW. Voor de resultaten van onze risicogerichte handhavingsaanpak ten aanzien van de NOW verwijzen we naar deel 1 van dit jaarverslag, paragraaf Risicogerichte handhavingsaanpak.
De Auditdienst Rijk (ADR) heeft over 2022 onderzoek verricht naar het toetsingsproces van het ministerie van SZW ten aanzien vanvan het percentageomzetverlies van vaststellingsaanvragen NOW. Hierbij zijn geen bijzondere bevindingen naar voren gekomen.
In het door UWV uitgevoerde rechtmatigheidsonderzoek naar definitieve subsidievaststellingen is bij een steekproef van in totaal 400 gevallen voor 13 daarvan het NOW-subsidiebedrag als financieel onzeker aangemerkt; in 12 gevallen ontbrak de handtekening van deskundige derde of accountant en in 1 geval was niet de juiste soort accountantsverklaring bijgevoegd.
Over 2021 heeft de Algemene Rekenkamer onderzocht of alle maatregelen effectief zijn en ervoor zorgen dat misbruikrisico’s voldoende worden beheerst. In het Verantwoordingsonderzoek 2021 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 mei 2022 concludeert de Algemene Rekenkamer dat het stelsel van controlemaatregelen, dat de minister bij de aanvraag en vaststelling van NOW-subsidies heeft ingericht om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, toereikend is. Het onderzoeksrapport over 2022 is nog niet beschikbaar.
De ADR heeft in 2021 in opdracht van het ministerie van SZW bij 25 aanvragen tot vaststelling van NOW‑subsidies een review uitgevoerd op de kwaliteit van de door de betrokken accountant uitgevoerde werkzaamheden. Bij 17 van de 25 reviews was de ADR van oordeel dat de kwaliteit toereikend was en bij 8 ontoereikend. Bij een oordeel ‘toereikend’ heeft de ADR vastgesteld dat de accountant een deugdelijke grondslag heeft voor het afgegeven accountantsproduct. Een oordeel ‘ontoereikend’ houdt in dat (de vastleggingen van) de accountantswerkzaamheden in onvoldoende mate voldoen aan de gestelde eisen in de NOW-regeling, het accountantsprotocol en de in de regeling vermelde standaarden van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De ADR heeft daardoor niet kunnen vaststellen of voldoende werkzaamheden door de accountant zijn verricht dan wel de juiste conclusies zijn getrokken. Dat wil dan niet zeggen dat de aanvraag tot vaststelling onjuist is. De door de werkgevers ingediende aanvraag tot vaststelling zelf is geen object van het ADR‑onderzoek. Over 2022 is nog geen onderzoeksrapport beschikbaar.
Alles overziend constateren wij met de Algemene Rekenkamer dat het stelsel dat is neergezet robuust is. Maar we constateren ook dat, in lijn met de verwachtingen, de controle van het opgegeven omzetverliespercentage in de vaststellingsaanvraag leidt tot aanpassingen naar beneden van het subsidiebedrag. Daarbij zien we bij de risicogerichte controles een grotere gemiddelde neerwaartse bijstelling van het omzetverliespercentage dan bij de niet‑risicogerichte controles. De redenen voor neerwaartse bijstelling zijn overigens velerlei. In een aantal gevallen zijn we in staat om fraude aan te tonen. Vaak betreft het de complexiteit van en onwetendheid of onbekendheid met de regeling. In 2023 willen wij nader onderzoek verrichten naar de (mogelijkheden om te komen tot) kwantificering van het M&O‑risico ten aanzien van de NOW‑subsidievaststellingen.