Intensivering werkzoekendendienstverlening
We ondersteunen mensen bij het vinden van passend werk en werkgevers bij het vinden en behouden van geschikt (te maken) personeel. We hebben daarbij in onze dienstverlening steeds meer aandacht voor het voorkomen van baanverlies en de begeleiding van werk naar werk. Dat doen we samen met gemeenten, sociale partners, onderwijs en andere partners op de arbeidsmarkt.
De arbeidsmarkt heeft zich hersteld van de coronacrisis. Het aantal WW‑uitkeringen ligt op een historisch laagtepunt en er zijn veel vacatures. Er is sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt, waarin werkgevers grote moeite hebben om geschikt personeel te vinden. De sleutel tot de oplossing lijkt te liggen in het aannemen van mensen die in eerste instantie niet geheel voldoen aan alle eisen, maar die wel geschikt te maken zijn voor de functie en/of voor wie de functie kan worden aangepast. We wijzen werkgevers daarbij onder andere op mensen die nu nog aan de kant staan, met bijzondere aandacht voor oudere werknemers en mensen met een arbeidsbeperking. Ook attenderen we ze op de mogelijkheden van om- en bijscholing, de inzet van leer‑werkarrangementen, het anders organiseren van werk en de inzet van werkvoorzieningen. Andersom stimuleren we werkzoekenden om breder te zoeken, zich te oriënteren op kansrijke beroepen en de mogelijkheden van om- en bijscholing om duurzamer aan het werk te komen. Het is belangrijk dat we mensen met arbeidsvermogen die nog niet of nog niet volledig naar vermogen aan het werk zijn (het ongekend talent) met inzet van middelen en instrumenten motiveren om (meer uren) aan het werk te gaan en naar werk te begeleiden. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft ons de mogelijkheid geboden om de aanvullende crisisdienstverlening vanuit de regionale mobiliteitsteams ook beschikbaar te stellen aan personen die vóór 12 maart 2020 (het begin van de coronacrisis) werkloos zijn geworden.
Om landelijke en regionale partners en UWV zelf in staat te stellen zo effectief mogelijk te handelen op de dynamische arbeidsmarkt, zorgen we voor inzicht in actuele en toekomstige ontwikkelingen op die arbeidsmarkt. De 35 regionale edities van de publicatie Regio in Beeld, die in het najaar van 2022 verschenen, dragen hieraan bij. Deze jaarlijkse publicatie vormt steeds meer de basis voor regionaal arbeidsmarktbeleid. We onderzochten ook welke knelpunten werkgevers ervaren. Veel werkgevers geven aan dat ze zich zorgen maken over de gestegen kosten van energie, grondstoffen, materialen en lonen. Een groot deel verwacht dat het vinden van personeel lastig zal blijven. Ze zien ook dat het moeilijker wordt om talenten te behouden voor hun organisatie. Daarom blijven we werkgevers aansporen om anders naar arbeidspotentieel te kijken, bijvoorbeeld door meer te focussen op skills. Het door ons samen met Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) ontwikkelde dashboard Skills kan hierbij helpen, omdat het de mogelijkheid biedt om vanuit taken en vaardigheden dwarsverbanden te leggen tussen verschillende beroepen. Eind december 2022 is het dashboard uitgebreid tot 281 beroepen (233 kansrijke, 3 minder kansrijke en 45 neutrale). Van 153 beroepen op mbo‑niveau zijn inmiddels de bijbehorende kwalificaties opgenomen.
Scholing
We bieden aan mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt scholing aan, zodat ze een betere kans op de arbeidsmarkt maken. We willen dat zo effectief mogelijk doen en zetten hiervoor scholingsadviseurs in die op verzoek een arbeidsmarktgericht scholingsadvies geven gericht op duurzame werkhervatting van de cliënt. Verder kunnen alle werkenden en werkzoekenden een keer per jaar bij ons STAP‑budget aanvragen voor een training, cursus of opleiding om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Scholingsbudget WW
Sinds medio 2018 ontvangen we het tijdelijk scholingsbudget WW. Daarmee kunnen we voor WW‑gerechtigden met een relatief grote kans op langdurige werkloosheid om- of bijscholing inkopen zodat ze duurzaam het werk kunnen hervatten. Als voorwaarde geldt dat de scholing gericht is op een kansrijk beroep of op een arbeidsplek waarvoor een werkgever een baangarantie of -intentie heeft afgegeven. Op de huidige krappe arbeidsmarkt is het belangrijker dan ooit om mensen geschikt te maken voor vacatures die werkgevers maar moeilijk vervuld krijgen. Uit een evaluatie van het scholingsbudget blijkt dat we dit budget effectief inzetten: het wordt relatief vaak gebruikt voor WW‑gerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en voor sectoren waarin veel werk te vinden is zoals transport, ICT en techniek. Voor meer informatie zie deel 2 van dit jaarverslag, paragraaf Arbeidsbemiddeling en re‑integratie voor WW‑gerechtigden, onder het kopje UWV zet scholingsbudget WW‑gerechtigden effectief in.
STAP-budget
Sinds 1 maart 2022 kunnen alle werkenden en werkzoekenden gebruikmaken van het Stimulering arbeidsmarktpositie (STAP)‑budget. Dit is een leer- en ontwikkelingsbudget van maximaal € 1.000 dat mensen kunnen aanvragen voor het volgen van een training, cursus of opleiding om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Op ons kantoor in Leeuwarden is een STAP‑team opgericht met circa 110 medewerkers. Voor 2022 was oorspronkelijk € 160 miljoen beschikbaar, gelijkelijk verdeeld over vijf aanvraagtijdvakken. Voor de laatste twee aanvraagperiodes is daarna in totaal € 12,9 miljoen extra beschikbaar gesteld, waardoor het budget voor 2022 uitkwam op € 172,9 miljoen. De regeling vervangt de fiscale aftrek scholingsuitgaven en is laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.
De belangstelling voor het STAP‑budget is groot. Bij alle aanvraagperiodes was het budget binnen een dag of enkele dagen besteed. Inmiddels hebben 214.500 mensen STAP‑budget ontvangen voor ruim 17.000 verschillende opleidingen, verdeeld over bijna 1.200 publieke en private opleiders. De toegankelijkheid van de regeling is terug te zien in de resultaten. Een brede groep heeft gebruikgemaakt van het STAP‑budget. Zo weten we onder andere dat meer dan de helft van de aanvragers maximaal een mbo‑4‑opleiding heeft. Ruim de helft (58%) van de aanvragers wil zich met het STAP‑budget bijscholen om het huidige werk beter te kunnen doen, 42% wil zich omscholen om ander werk te kunnen doen. Bijna een kwart (23%) werkt in de zorg.
Mensen die niet zelfstandig een aanvraag kunnen indienen, kunnen terecht op een kantoor van UWV. Om te voorkomen dat zij misgrijpen is voor hen budget gereserveerd. In het najaar van 2022 hebben we via een radiocampagne actief gewezen op de ondersteuning die we bieden bij het aanvragen van STAP‑budget. Samen met het ministerie van SZW kijken we naar de verdere doorontwikkeling van de regeling, zoals de mogelijkheid om STAP‑budget in te kunnen zetten voor EVC‑trajecten (Erkenning van eerder verworven competenties) en meerjarige scholing. Om het STAP‑budget meer toegankelijk te maken voor mensen die naar verhouding minder publiek bekostigd onderwijs hebben genoten, komt er aanvullend budget beschikbaar dat uitsluitend voor deze groep bestemd is. Het gaat om mensen met maximaal een mbo‑4‑diploma.
Bij elke subsidieregeling is het zaak om permanent aandacht te houden voor de vraag of het geld goed besteed wordt. Een Toetsingskamer van het ministerie van SZW onderzoekt signalen over misbruik en oneigenlijk gebruik. Er wordt onder andere gekeken of opleidingen wel arbeidsmarktgericht zijn en naar de prijsontwikkelingen bij aanbieders. Het STAP‑team heeft in 2022 bijna 500 meldingen over mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik doorgegeven aan de Toetsingskamer. Sinds de start van de regeling in maart zijn al meer dan 600 opleidingen door tussenkomst van de Toetsingskamer uit het register verwijderd. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de minister van SZW eind 2022 aangekondigd de regeling strenger en strakker te willen organiseren. Zo komt er onder andere een begrenzing van het aantal aanvragen per opleiding en wordt het mogelijk gemaakt om naast opleiders ook opleidingen uit te sluiten van het scholingsregister. Om maatregelen te kunnen treffen is het eerste aanvraagtijdvak van 2023 overgeslagen.
Persoonlijke dienstverlening werkt
Uit de effectmeting van onze WW‑dienstverlening blijkt dat WW‑gerechtigden zich meer gezien, gehoord en geholpen voelen bij de inzet van persoonlijke dienstverlening. Het onderzoek bevestigt dat er een grote behoefte is aan persoonlijke dienstverlening op maat. De persoonlijke dienstverlening is bewezen effectief: elke extra hierin geïnvesteerde euro betaalt zich ruim twee keer uit doordat het beroep op de WW erdoor afneemt. We voeren ook onderzoek uit naar de effectiviteit van onze re‑integratiedienstverlening voor WGA‑gerechtigden; dit onderzoek duurt voort tot in het voorjaar van 2024. Het eindrapport van het onderzoek naar de effectiviteit van onze re‑integratiedienstverlening voor Wajong‑gerechtigden verwachten we in het eerste kwartaal van 2023. Voor meer informatie over deze effectmetingen zie deel 2 van dit jaarverslag, paragraaf Arbeidsbemiddeling en re‑integratie voor WW‑gerechtigden onder het kopje Effectiviteit WW‑dienstverlening en paragraaf Arbeidsbemiddeling en re‑integratie voor mensen met een beperking onder de kopjes Effectiviteit WGA‑dienstverlening en Effectiviteit Wajong‑dienstverlening.
Intensivering dienstverlening aan arbeidsbeperkten
We wijzen werkgevers er actief op dat ze hun vacatures ook kunnen vervullen met mensen met een arbeidsbeperking. Deze mensen willen vaak graag (weer) aan de slag. We kunnen daarbij ondersteuning bieden in de vorm van begeleiding en coaching, voorzieningen, financiële regelingen of advies over het anders organiseren van werk. We willen onze dienstverlening aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking intensiveren. We hebben daarom 124 adviseurs intensieve dienstverlening en 30 arbeidsdeskundigen extra geworven; het merendeel is per 1 januari 2023 inzetbaar en een klein aantal moet nog de benodigde opleidingen afronden. Hierdoor kunnen onze professionals meer tijd besteden aan de dienstverlening aan cliënten. We zetten de extra capaciteit ook in om dienstverlening te bieden aan mensen met een WIA/IVA- of Wajong‑uitkering bij wie eerder is vastgesteld dat ze duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Deze groepen zijn volgens de huidige regelgeving uitgesloten van re‑integratiedienstverlening. We bereiden samen met het ministerie van SZW een experiment voor waarmee we ze toch, op eigen verzoek, ondersteuning kunnen bieden. Vooruitlopend op de start van dit experiment (naar verwachting per 1 april 2023) gedoogt het ministerie de inzet van re‑integratieondersteuning voor deze groepen.
Pilot Scholingsaanbod WIA-WGA
Werkzoekenden met een WIA/WGA‑uitkering beschikken vaak niet over een (bruikbare) startkwalificatie. Om de kans op het vinden van een baan voor deze groep te vergroten, is in het vorige regeerakkoord (2017–2021) afgesproken om te beproeven of en hoe scholing de werkhervattingskansen van WGA‑gerechtigden kan vergroten. In juni 2022 is de pilot Scholingsaanbod WIA‑WGA gestart. In vier regio’s proberen we uit of en hoe de inzet van leer‑werktrajecten op maat met intensieve begeleiding de werkkansen van WGA‑gerechtigden kan vergroten. Tijdens de pilot, die tot en met 2024 loopt, is het scholingsaanbod uitgebreid met een functiegerichte taaltraining. Uit eerder onderzoek weten we dat functiegerichte taaltrainingen kunnen bijdragen aan het succes van leer‑werktrajecten. De invoering van de nieuwe werkwijze tijdens de pilot begeleiden we met een implementatiestudie. Deze studie moet uitwijzen of de nieuwe aanpak WGA‑gerechtigden helpt om werk te vinden en te behouden. Het speerpunt voor het komende jaar is om meer WGA‑gerechtigden in de vier bij de pilot betrokken regio’s te motiveren om een scholingstraject te volgen.
Pilot dienstverlening aan zieke WW-gerechtigden
Eind november 2022 zijn we in zes regio’s een pilot gestart om de dienstverlening aan WW‑gerechtigden die gezondheidsbelemmeringen ervaren in hun zoektocht naar werk, te verbeteren. Het doel is om te komen tot een nieuwe, integrale werkwijze voor mensen die via de WW in de Ziektewet en vervolgens mogelijk in de WIA komen. Bij deze nieuwe werkwijze ligt de focus niet zozeer op ziekte en herstel, maar op re‑integratie en baankansen tijdens de ziekteperiode. We willen hiermee zieke WW‑gerechtigden perspectief bieden om duurzaam aan het werk te komen en te blijven. Daarnaast hopen we dat er zo minder beroep hoeft te worden gedaan op de schaars beschikbare beoordelingscapaciteit. In elke regio is een expertteam samengesteld met ervaren medewerkers. Het is de bedoeling dat zieke WW‑gerechtigden binnen hun mogelijkheden (blijven) deelnemen aan re‑integratieactiviteiten (waaronder scholing) gericht op een duurzame werkhervatting. Daarnaast wordt steviger ingezet op preventie. Om uitval wegens ziekte te voorkomen, plannen we bij een ziekmelding van een WW‑gerechtigde bij wie uit de Werkverkennerscore blijkt dat deze gezondheidsbelemmeringen ervaart, binnen 24 uur een gesprek in. We vragen dan aan welke ondersteuning de cliënt behoefte heeft, bespreken mogelijkheden om sollicitatie- en/of re‑integratieactiviteiten naar werk te (blijven) verrichten en vertellen de cliënt over wat hij of zij kan verwachten tijdens de ziekteperiode. De pilot duurt zes maanden. Gedurende deze periode vinden op meerdere momenten evaluaties plaats met de UWV‑medewerkers in de deelnemende regio’s en onderzoeken we hoe zieke WW‑gerechtigden en medewerkers de beproefde dienstverlening en werkwijze ervaren.