Sociaal-medische dienstverlening
De vraag naar sociaal-medische dienstverlening is nog altijd groter dan we met de beschikbare beoordelingscapaciteit aankunnen. In deze paragraaf gaan we in op het aantal gerealiseerde sociaal‑medische beoordelingen, de achterstanden en de artsencapaciteit.
We hebben in de eerste acht maanden van 2023 in totaal 92.400 sociaal‑medische beoordelingen uitgevoerd. Dat zijn er 9.700 meer dan in de eerste acht maanden van 2022.
Tabel Overzicht aantallen gerealiseerde sociaal-medische beoordelingen
Eerste acht maanden 2023 | Eerste acht maanden 2022 | Verschil | |
Claimbeoordelingen* | 65.825 | 54.866 | 10.959 |
Eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 12.645 | 13.600 | -955 |
Vraaggestuurde herbeoordelingen** | 13.965 | 14.237 | -272 |
Totaal | 92.435 | 82.703 | 9.732 |
- * Het gaat hier om claimbeoordelingen voor de WIA en voor de Wajong en om aanvragen beoordeling arbeidsvermogen (Participatiewet‑beoordelingen voor opname in het doelgroepregister voor de banenafspraak).
- **Vraaggestuurde herbeoordelingen worden uitgevoerd op verzoek van de uitkeringsgerechtigde, de werkgever of diens verzekeraar.
We ontvingen in de eerste acht maanden van 2023 meer WIA‑aanvragen dan in dezelfde periode in 2022 (54.345 tegenover 47.981). We hebben in deze periode 8.864 meer claimbeoordelingen afgehandeld dan we hadden begroot. Dat kon vooral dankzij de aanvullende maatregelen (met name de vereenvoudigde beoordeling voor mensen van 60 jaar en ouder). Het aantal mensen dat wacht op een claimbeoordeling is daardoor ten opzichte van eind 2022 met 3.210 afgenomen.
Eerstejaars Ziektewet-beoordelingen zijn complexe en omvangrijke beoordelingen. We voeren alleen nog eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen uit bij cliënten die een relatief hoge kans hebben om uit de Ziektewet te stromen, zodat het aantal van deze beoordelingen afneemt en we zo artsencapaciteit elders kunnen inzetten. In 2022 en 2023 is het aantal uitgevoerde eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen gedaald.
Tabel Overzicht achterstanden claimbeoordelingen en vraaggestuurde herbeoordelingen
Eind augustus 2023 | Eind 2022 | Verschil | |
Achterstand claimbeoordelingen WIA | 14.689 | 17.259 | -2.570 |
Achterstand claimbeoordelingen Wajong/Participatiewet | 740 | 883 | -143 |
Achterstand vraaggestuurde herbeoordelingen | 19.114 | 18.012 | 1.102 |
Totaal achterstand voorraad | 34.543 | 36.154 | -1.611 |
Eind augustus waren er 5.333 cliënten die al langer dan zes maanden op een claimbeoordeling wachten. Dat zijn er 2.823 minder dan eind april. In 2023 en 2024 ligt de focus op het stapsgewijs afhandelen van de aanvragen van deze grote groep cliënten.
De toename van het aantal cliënten dat wacht op een vraaggestuurde herbeoordeling is een gevolg van de wegens de beperkte beoordelingscapaciteit met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) afgesproken prioritering, waarbij herbeoordelingen een lagere prioriteit hebben dan WIA‑claimbeoordelingen. Sinds april 2023 is de achterstand bij de vraaggestuurde herbeoordelingen nagenoeg niet verder toegenomen. Dit komt onder andere doordat we nieuwe formulieren in gebruik hebben genomen waarmee mensen met een WIA‑uitkering een wijziging in hun gezondheid kunnen doorgeven. Daarna nemen we altijd persoonlijk contact met hen op. Hierdoor is het zowel voor de cliënt als voor onszelf duidelijker of een herbeoordeling gewenst of noodzakelijk is en voorkomen we onnodige herbeoordelingen.
Artsencapaciteit
Sinds 2018 hebben we veel nieuwe artsen aangetrokken en zijn ervaren verzekeringsartsen vertrokken. Daarom moet per verzekeringsarts meer tijd worden besteed aan het begeleiden en opleiden van nieuwe artsen. Deze opleidingsinspanningen zijn voor de langere termijn essentieel; we weten op basis van het strategisch personeelsplan dat ook de komende jaren veel ervaren artsen uitstromen. We voorzien tegelijkertijd dat onze inspanningen voor het werven en opleiden in een realistisch scenario hooguit zullen leiden tot een gelijkblijvende capaciteit. De netto inzetbare artsencapaciteit voor het uitvoeren van sociaal‑medische beoordelingen tijdens de eerste acht maanden van 2023 was gemiddeld 573 fte’s (in 2022 gemiddeld 531 fte’s).
Tabel Artsencapaciteit bij UWV-bedrijfsonderdeel Sociaal-medische zaken
Gemiddeld aantal fte's eerste acht maanden 2023 | Aantal fte's per eind augustus 2023 | Gemiddeld aantal fte's 2022 | Aantal fte's per eind 2022 | |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen zonder taakdelegatie | 61 | 57 | 76 | 67 |
Aantal geregistreerde verzekeringsartsen met taakdelegatie | 292 | 291 | 272 | 277 |
Aantal AIOS'en* | 191 | 188 | 178 | 180 |
Aantal ANIOS'en* | 105 | 113 | 115 | 110 |
Aantal verzekeringsartsen extern en ingehuurd | 80 | 75 | 75 | 71 |
Subtotaal | 729 | 724 | 716 | 705 |
Opleidingsinvestering** | ||||
Begeleiding A(N)IOS'en* en neventaken | -53 | -53 | -53 | -52 |
Opleiding AIOS'en* | -58 | -54 | -75 | -70 |
Opleiding ANIOS'en* | -45 | -43 | -57 | -58 |
Subtotaal | -156 | -150 | -185 | -180 |
Totaal netto verzekeringsartsencapaciteit | 573 | 574 | 531 | 525 |
- *AIOS’en zijn (basis)artsen in opleiding tot specialist, ANIOS’en zijn (basis)artsen niet in opleiding tot specialist.
- **Sinds mei 2023 hanteren we een nieuwe definitie voor opleidingsduur: we gaan uit van de nominale duur. (Voor die tijd werd ook de uitloop na de nominale opleidingsduur meegenomen.) Deze nieuwe definitie leidt tot een lagere opleidingsinvestering en daarmee tot een administratief hogere artsencapaciteit.