Sociaal-medische dienstverlening
De vraag naar sociaal-medische dienstverlening is al jaren groter dan we met de beschikbare capaciteit aankunnen. Dit heeft forse achterstanden veroorzaakt. Cliënten en ook hun werkgevers verkeren hierdoor lang in onzekerheid; voor onze medewerkers betekent het een enorm hoge werkdruk. We werken al langere tijd intensief aan maatregelen die verlichting moeten brengen. We zien nu voor het eerst sinds lange tijd een voorzichtige afname van het aantal mensen dat wacht op een claimbeoordeling.
In de eerste acht maanden van 2023 hebben we 20% (bijna 11.000) meer claimbeoordelingen uitgevoerd dan in dezelfde periode in 2022. De maatregelen die ervoor moeten zorgen dat mensen minder lang op een sociaal‑medische beoordeling hoeven te wachten lijken dus effect te sorteren, vooral de zogeheten 60‑plusmaatregel die ervoor zorgt dat 60‑plussers een vereenvoudigde WIA‑claimbeoordeling kunnen krijgen zonder inzet van een verzekeringsarts.
We hebben de eerste acht maanden van 2023 in totaal 92.400 sociaal‑medische beoordelingen uitgevoerd. Dat zijn er ruim 9.700 meer dan in de eerste acht maanden van 2022. Eind augustus 2023 wachtten er nog bijna 14.700 mensen op een WIA‑claimbeoordeling. Het aantal mensen dat langer dan zes maanden op een beoordeling wacht, is ruim 5.300. Om onze cliënten ondanks de lange wachttijden toch zo snel mogelijk van inkomen te voorzien, hebben we in de eerste acht maanden van 2023 bijna 13.300 voorschotten verstrekt. Verder hebben we voor € 8,7 miljoen aan dwangsommen betaald aan mensen die een aanvraag hebben gedaan en ons vanwege de lange wachttijden in gebreke hebben gesteld (in eerste acht maanden van 2022: € 6,6 miljoen).
De inzetbare artsencapaciteit is met 573 fte’s hoger dan de gemiddelde capaciteit in 2022 (531 fte’s). De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de capaciteit aan verzekeringsartsen. In de eerste acht maanden van 2023 zijn 101 artsen aangenomen, in dezelfde periode in 2022 waren dat er 81. Ook het aantal ontvangen sollicitaties lag hoger: 308 in de eerste acht maanden van 2023 tegenover 228 in dezelfde periode in 2022. Er lopen nog 56 sollicitatieprocedures, dat zijn er minder dan in dezelfde periode vorig jaar (68). Tot en met augustus 2023 zijn er 53 artsen uitgestroomd. Dat zijn er minder dan in dezelfde periode in 2022: toen stroomden 67 artsen uit.
Maatregelen om mismatch versneld op te lossen
We werken zoals gezegd al langere tijd intensief aan maatregelen die zowel op de korte als op de lange termijn moeten zorgen voor perspectief voor cliënten, werkgevers en onze medewerkers. Dat doen we in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), onze cliëntenraad en andere stakeholders. In april 2021 heeft de minister van SZW de Tweede Kamer met de brief Toekomst sociaal‑medisch beoordelen geïnformeerd over een eerste set maatregelen die we nemen als begin van een oplossing voor de mismatch tussen de vraag naar sociaal‑medische beoordelingen en de daarvoor beschikbare beoordelingscapaciteit. Centraal hierin staat de ontwikkeling van sociaal‑medische centra. Eind augustus 2022 heeft de minister met de brief Aanpak mismatch sociaal‑medisch beoordelen en hardheden WIA aanvullende maatregelen aangekondigd en UWV gevraagd om het aantal sociaal‑medische centra versneld uit te breiden.
Werken in sociaal-medische centra
We maken de omslag naar een regiemodel voor sociaal‑medische dienstverlening waarin meerdere bedrijfsonderdelen samenwerken: het sociaal‑medische centrum. De kern ervan is dat een vast multidisciplinair team medewerkers onder inhoudelijke leiding van een verzekeringsarts steeds vaststelt op welke momenten welke inzet van welke expertise passend is en welke aanvullende begeleiding er daarna nodig is. De verzekeringsarts kan hierbij taken delegeren aan een sociaal‑medisch verpleegkundige, die in veel gevallen het aanspreekpunt is voor de cliënten. Het multidisciplinaire team brengt samen met de cliënt alle benodigde informatie bij elkaar, zodat de verzekeringsarts zich goed geïnformeerd kan concentreren op de beoordeling en op de regie van de begeleiding. In de eerste acht maanden van 2023 waren er in alle districten teams werkzaam als sociaal‑medisch centrum, in verschillende stadia van ontwikkeling.
We hebben de resultaten geëvalueerd van de negen teams die als eerste zijn gestart als sociaal‑medisch centrum, de zogenoemde proeftuinen. Uit deze evaluatie blijkt dat de nieuwe werkwijze effectief kan zijn. Verzekeringsartsen kunnen meer beoordelingen doen, waardoor meer mensen geholpen kunnen worden en minder mensen in onzekerheid en onduidelijkheid verkeren. Positief is de bevinding dat taakondersteuning en taakdelegatie echt tot een hogere artsenproductiviteit leiden. Daarvoor zijn per arts wel meer ondersteunende professionals nodig. Verder hebben de medewerkers die in een sociaal‑medisch centrum werken het idee dat ze, meer dan andere collega’s, rekening kunnen houden met de wensen van de cliënt. De sociaal‑medische centra bevinden zich nog in de transitiefase: het goed inrichten van de nieuwe onderlinge samenwerking heeft tijd nodig. Ook het tekort aan verzekeringsartsen werkt door: voor bepaalde handelingen is nu eenmaal altijd een verzekeringsarts nodig. Als die er niet is, stagneert het werk en neemt de werkdruk voor het hele team toe. We verwachten veel van het werken in sociaal‑medische centra en zien ook bij medewerkers een toenemend enthousiasme om in een sociaal‑medisch centrum aan de slag te gaan.
We hebben de afgelopen periode geleerd van de implementatie van sociaal‑medische centra. Zo is duidelijk geworden dat de startposities van de verschillende teams heel divers kunnen zijn. Sommige teams hebben te maken met (grote) achterstanden, terwijl andere teams hun voorraad beoordelingen redelijk op orde hebben. Ook is het aantal artsen per team heel verschillend, evenals het aantal artsen in opleiding tot verzekeringsarts (AIOS). We breiden het aantal sociaal‑medisch centra het komende jaar verder uit op basis van de inzichten die we hebben opgedaan en nog opdoen.
Monitoren WGA 80-100 medisch
We willen minimaal één keer per jaar contact hebben met mensen die op medische gronden als volledig arbeidsongeschikt worden beschouwd (WGA 80‑100 medisch). We bespreken dan de ontwikkelingen in hun gezondheid met hen. We plannen vervolgens alleen een herbeoordeling in als uit die informatie blijkt dat herbeoordelen zinvol is. Het voordeel van deze werkwijze is dat we een actueel beeld hebben van hoe het met de cliënt gaat en deze daardoor beter van dienstverlening op maat kunnen voorzien en dat de cliënt weet wat wij van hem verwachten. Eind augustus 2023 hadden we 54% van de cliënten in beeld die in 2021 in de WIA zijn gekomen met de indicatie WGA 80‑100 medisch. Dat zijn er ongeveer evenveel als eind april; daarmee zijn we nog niet op weg om onze ambitie te realiseren om eind 2023 75% in beeld te hebben. We gaan de komende periode verder met het monitoren en zullen onze inzet erop waar mogelijk uitbreiden. In 2023 en 2024 ligt onze prioriteit echter bij het terugdringen van de achterstanden bij de claimbeoordelingen. We verwachten daarom dat het minstens tot eind 2024 zal duren voordat wij het niveau van 75% zullen bereiken. Het percentage herbeoordelingen op initiatief van de verzekeringsarts dat tot een wijziging in het arbeidsongeschiktheidspercentage van de cliënt leidt is substantieel gestegen, van gemiddeld 71% (in 2021 vóór de start van de monitoring) naar gemiddeld 85% in de eerste acht maanden van 2023. Hieruit blijkt de meerwaarde van monitoren.
Sterkere inzet op re-integratie vanuit de Ziektewet
We werken op dit moment aan een nieuwe werkwijze waarbij we mensen met een Ziektewet‑uitkering in een zo vroeg mogelijk stadium gerichte dienstverlening bieden, met gerichte interventies op het juiste moment. We focussen ons er nu allereerst op om alle cliënten met een Ziektewet‑uitkering in beeld te krijgen en te houden, zodat we degenen die daar baat bij hebben direct passende ondersteuning kunnen bieden om weer aan het werk te gaan. Dit vereist nauwe samenwerking en kennisoverdracht tussen verschillende UWV‑bedrijfsonderdelen en investering in het vakmanschap van onze professionals wat betreft de re‑integratie van deze doelgroep. De verwachting is dat deze werkwijze zich zal vertalen in een kortere gemiddelde Ziektewet‑duur, minder instroom in de WIA vanuit de Ziektewet en een gerichtere inzet van medische expertise. We verrichten nu alleen nog eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen bij cliënten die een relatief grote kans hebben om uit de Ziektewet te stromen. In augustus 2023 stroomde na de eerstejaars Ziektewet‑beoordeling 50% uit de Ziektewet, tegenover 51% vier maanden eerder, in april. Er wordt nog te veel artsencapaciteit ingezet zonder het beoogde effect.
Vereenvoudigde WIA-claimbeoordelingen voor 60‑plussers
Een van de aanvullende maatregelen betreft tijdelijk buitenwettelijk beleid bij de WIA‑claimbeoordeling van cliënten die twee jaar ziek zijn en gedurende de periode van 1 oktober 2022 tot en met 31 december 2023 60 jaar of ouder zijn. Hierdoor is het sinds oktober 2022 mogelijk dat niet een verzekeringsarts maar een arbeidsdeskundige voor deze cliënten met een vereenvoudigde beoordeling vaststelt of ze in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Met deze werkwijze willen we bewerkstelligen dat deze cliënten sneller duidelijkheid krijgen over hun inkomen tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd. De voorwaarde om deze vereenvoudigde werkwijze toe te passen is dat zowel de cliënt als de werkgever ermee akkoord gaan. De verzekeringsarts wordt wél ingezet wanneer er duurzaam geen arbeidsmogelijkheden zijn – dit in verband met eventuele toekenning van een IVA‑uitkering.
We zien dat deze zogeheten 60‑plusmaatregel werkt zoals bedoeld: WIA‑claimbeoordelingen worden sneller uitgevoerd, waardoor er tijd overblijft voor meer en betere dienstverlening. In juli 2023 hadden we onze doelstelling voor heel 2023 al gerealiseerd: we hadden al 8.084 vereenvoudigde beoordelingen uitgevoerd. We verwachten dat we eind 2023 50% meer vereenvoudigde beoordelingen zullen hebben uitgevoerd dan we aanvankelijk hadden ingeschat. Uit de eerste resultaten is echter ook gebleken dat het percentage IVA‑toekenningen fors was gedaald. Waar het percentage IVA‑toekenningen tussen 2018 en 2021 redelijk stabiel op gemiddeld 32% lag, bleek dit voor de 60‑plusgroep gedaald naar gemiddeld 17%. Een vervolganalyse heeft uitgewezen dat het percentage IVA‑toekenningen wegens een medische oorzaak gelijk was gebleven en dat het percentage IVA‑toekenningen vanwege een niet‑medische oorzaak was gedaald.
Inmiddels hebben we maatregelen getroffen die een strikte en uniforme uitvoering van de 60‑plusmaatregel moeten waarborgen en die erop gericht zijn dat meer cliënten met mogelijk recht op een (niet‑medische) IVA‑uitkering worden opgemerkt en vervolgens de uitkering krijgen waar ze recht op hebben. De getroffen maatregelen lijken hun uitwerking niet te missen. Het percentage IVA‑uitkeringen voor 60‑plussers is licht toegenomen tot 21% in augustus.
Mede op verzoek van het ministerie van SZW hebben we de tevredenheid van werknemers en grote werkgevers over de 60‑plusmaatregel onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat zowel cliënten als werkgevers overwegend positief zijn en aangeven dat het een winstpunt is dat de maatregel ervoor zorgt dat ze minder lang in onzekerheid verkeren. Cliënten beoordelen het telefoongesprek dat de arbeidsdeskundige met hen heeft gevoerd gemiddeld met een 8,2. 78% geeft aan dat UWV hen goed heeft geïnformeerd over de voor- en nadelen van de vereenvoudigde beoordeling. De snelle vereenvoudigde beoordeling biedt hun zekerheid, rust en minder stress, zo blijkt uit het onderzoek. Beide onderzoeken hebben ook waardevolle leer- en verbeterpunten opgeleverd waarmee we de vereenvoudigde beoordeling van 60‑plussers kunnen verbeteren en die we ook kunnen gebruiken bij de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe maatregelen om de mismatch tussen de vraag naar sociaal‑medische beoordelingen en de daarvoor beschikbare beoordelingscapaciteit op te lossen.
Aanvullende maatregelen met de focus op participatie
Naast de sterkere inzet op re-integratie vanuit de Ziektewet (zie hierboven) nemen we ook andere maatregelen die moeten bevorderen dat meer mensen sneller vanuit een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering weer aan het werk gaan.
Optimalisatie van het WIA-claimbeoordelingsproces
Adviesbureau EY heeft begin dit jaar het WIA-claimbeoordelingsproces doorgelicht en aanbevelingen gedaan hoe we de doorlooptijd en de beoordelingstijd van WIA‑claimbeoordelingen kunnen verkorten. Een aantal aanbevelingen hebben we inmiddels opgepakt:
-
Taakdelegatie: We nemen de aanbeveling om het werken met taakdelegatie de komende jaren verder te bevorderen ter harte. Op dit moment werkt niet iedere verzekeringsarts met taakdelegatie en -ondersteuning. Binnen de sociaal‑medische centra is taakdelegatie een van de pijlers (zie ook hierboven onder het kopje Werken in sociaal‑medische centra). Daarnaast hebben we een plan van aanpak opgesteld om het werken met taakdelegatie projectmatig te bevorderen en te monitoren.
-
Herontwerp ICT voor arbeidsongeschiktheidswetgeving: We geven inmiddels ook invulling aan de aanbeveling om de cliënt- en medewerkersprocessen voor de arbeidsgeschiktheidswetten integraal te vernieuwen. Hierdoor zal veel minder dan bij het huidige versplinterde ICT‑landschap nog tijdrovend handmatig werk nodig zijn. Het herontwerp moet er ook voor zorgen dat cliënten op een transparante manier de voortgang van de aanvraag en beoordeling kunnen volgen, net zoals dit bij de WW‑aanvraag al het geval is. Een passend en toekomstbestendig ICT‑landschap heeft ook meerwaarde bij eventuele toekomstige wijzigingen in het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dit herontwerp is een langdurig traject dat naar verwachting ruim vijf jaar zal duren. We gaan ook aan de slag met de aanbeveling om vormvaste aanvraagformulieren in te zetten, zodat diverse aanvragen van werkgevers en werknemers gerichter en sneller kunnen worden opgepakt. De nieuwe ICT‑toepassingen zullen het gehele proces voor medewerkers vergemakkelijken. Teamondersteuners zijn er nu bijvoorbeeld verantwoordelijk voor dat de cliënt de juiste brief krijgt om hem erop te attenderen dat hij een WIA‑uitkering kan aanvragen. Die attenderingen zijn te automatiseren. We hebben in navolging van de aanbeveling van EY een digitale assistent voor WIA‑attenderingen ontwikkeld die gebruikmaakt van Robotic Process Automation (RPA). We zijn bezig met de landelijke implementatie hiervan; die loopt door tot in 2024.
-
Vakinhoudelijke opleidingen: Het implementeren van het nieuwe WIA‑claimbeoordelingsproces vraagt veel van onze medewerkers. Functies en takenpakketten veranderen en vragen andere skills van medewerkers. Een van de aanbevelingen is daarom om opleidingen te herijken en beter te laten aansluiten bij de nieuwe beoogde werkwijze van de sociaal‑medische centra. Om dit te realiseren zijn inmiddels acties gestart die doorlopen tot in 2024 en verder.
Tijdige uitvoering RIV-toets
Bij een WIA‑aanvraag beoordeelt UWV op basis van het door werkgever en werknemer opgestelde re‑integratieverslag (RIV) of ze zich voldoende hebben ingespannen om de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te laten gaan. Een goede en tijdige RIV‑toets is onder andere voorwaarde voor een juiste toepassing van de 60‑plusmaatregel. Er blijft continu aandacht van het management nodig om te borgen dat we de RIV‑toets goed en tijdig blijven uitvoeren.
Verbeterde (re‑integratie)dienstverlening bij ziekmelding vanuit de WW
Eind november 2022 zijn we een pilot gestart om de dienstverlening te verbeteren aan WW‑gerechtigden die gezondheidsbelemmeringen ervaren in hun zoektocht naar werk. Voor meer informatie hierover zie paragraaf Arbeidsbemiddeling en re‑integratie voor WW‑gerechtigden, onder het kopje Pilot dienstverlening aan zieke WW-gerechtigden.
Proactief klantcontact
Het is essentieel om proactief contact met de cliënt op te nemen om deze duidelijkheid te geven over het WIA‑beoordelingsproces en te informeren over de mogelijkheid om een voorschot te ontvangen en over onze re‑integratiedienstverlening: Deze maatregel is geïmplementeerd, heeft geen direct effect op de achterstanden, maar leidt mogelijk wel tot verbetering van de dienstverlening.
Aanvullende maatregelen voor een gerichtere inzet van de verzekeringsarts
UWV kampt al jaren met onvoldoende verzekeringsartsen. Er zijn maatregelen nodig om de lange wachttijden terug te dringen. Uitgangspunt daarbij is dat de verzekeringsarts zo veel mogelijk dienend moet zijn aan het doel om werkhervatting te stimuleren. De minister heeft een aantal tijdelijke maatregelen aangekondigd die moeten zorgen voor een gerichtere inzet van verzekeringsartsen. In het najaar van 2022 zijn we gestart met de vereenvoudigde WIA‑claimbeoordeling voor 60‑plussers (zie hierboven). Eerder dit jaar zijn we met een tweede maatregel begonnen: we voeren tussen 1 oktober 2022 en 1 oktober 2027 geen herbeoordelingen meer uit voor mensen met duurzaam geen arbeidsvermogen die toch gaan werken. Daarnaast is er nog een maatregel gepland die zich richt op een praktische beoordeling door de arbeidsdeskundige voor mensen die nog werken. Een volledige medische beoordeling blijft daarbij achterwege. De verzekeringsarts stelt vast of er sprake is van arbeidsongeschiktheid en beantwoordt gericht vragen in relatie tot het werk dat wordt uitgevoerd. Over deze maatregel zijn we in gesprek met het ministerie van SZW. De start van de maatregel is nu voorzien voor medio 2024.
Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel
In haar brief van augustus 2022 heeft de minister van SZW ook aangekondigd dat ze wil komen tot een integrale visie voor een toekomstbestendig, menselijk, eerlijk, uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar stelsel rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid. Eind november 2022 is de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) officieel van start gegaan. De commissie heeft een brede opdracht gekregen om te bezien welke fundamentele hervormingen er nodig zijn en om met diverse oplossingsrichtingen te komen voor de belangrijkste knelpunten in het huidige stelsel.
De commissie zal grondig en integraal advies uitbrengen en diverse oplossingsrichtingen presenteren. Er hebben inmiddels al meerdere gesprekken plaatsgevonden tussen diverse commissieleden en UWV. De commissie heeft haar probleemanalyse inmiddels afgerond.